6. LICHTMIDDELEN

6.1 LED

De LED-technologie van Regiolux valt op door zijn hoge rendement en lage energieverbruik. Hierbij horen ook lage onderhoudskosten, duurzaamheid en lange levensduur.
Om aan alle verwachtingen te kunnen voldoen, is tevens een effectief temperatuurmanagement bij LED's noodzakelijk. Dit moet ervoor zorgen dat de specificaties en verwachte levensduur ook daadwerkelijk worden gehaald.
De technische consequentie hiervan is een effectieve en passieve koeling. Een optimale lichtregeling beïnvloedt niet alleen de energie-efficiëntie maar ook het verlichtingscomfort. Daarom kunt u bij al onze LED-armaturen een hoogwaardige lichttechniek verwachten. Als energie-efficiënt alternatief voor conventionele verlichting moeten onze LED-armaturen altijd voldoen aan de basiseisen die aan lichtcomfort worden gesteld. Ook op dit gebied hebben we hard gewerkt. Regiolux-armaturen beschikken over uitgekiende lumenpakketten, de beste kleurweergave en verschillende kleurtemperaturen. Een ander kwaliteitskenmerk is de uniforme kleurconsistentie.
Energie-efficiëntie en levensduur zijn niet de enige factoren die de weegschaal in het voordeel van LED-verlichting doen vallen. Ook snel en frequent schakelen, dimmen zoals bij installaties met regelapparatuur, lange onderhoudsintervallen en stevigheid zijn pluspunten voor de LED-technologie.
Met Regiolux LED-armaturen kunt u daardoor zelfs de meest veeleisende verlichtingsconcepten realiseren en uw projecten perfect verlichten.
Onze lichttechnische gegevens worden met grote zorgvuldigheid opgesteld. Door de hoge dynamiek van LED's en LED-drivers worden de elektrische en fotometrische specificaties van onze leveranciers meestal echter met een tolerantie van ± 10% weergegeven. Voor onze specificaties gelden zodoende de toleranties die onze leveranciers op hun gegevensbladen aangeven. Deze gegevensbladen stellen wij u graag op aanvraag ter beschikking.

6.1.1 LED-voordelen
  • Laag stroomverbruik
  • Lange levensduur
  • Onbeperkt schakelbaar
  • Direct volledige verlichting
  • Traploos dimbaar
  • Geen IR- en geen UV-straling
  • Hoge bestendigheid tegen schokken en trillingen
  • Klein formaat
  • Kwikvrij

6.1.2 Lichtstroom en lichtopbrengst

Door de snelle ontwikkelingen in de afgelopen jaren kan LED-verlichting tegenwoordig ook worden gebruikt voor algemene verlichting met relatief hoge verlichtingssterkte op het gebied van technisch licht.

De lichthoeveelheid of lichtstroom (eenheid: lumen) geeft de totale lichtopbrengst aan van een lamp of armatuur. Wanneer de lichtstroom bij LED uitsluitend betrekking heeft op de LED-module (of een LED-lichtpunt), dan spreekt men van de bruto lichtstroom. Deze indicatie is afhankelijk van diverse bedrijfsparameters en wordt bepaald door de LED-fabrikant. Wanneer de module in een armatuur wordt ingebouwd, dan verandert de lichtstroom als gevolg van veranderingen in de bedrijfsomstandigheden (zoals temperatuur). Bovendien treden door lichttechnische maatregelen aan de armatuur (zoals afscherming) verliezen op, zodat uiteindelijk een gereduceerde lichtstroom de armatuur verlaat. Deze wordt aangeduid als netto lichtstroom.
Lichtopbrengst is per definitie de verhouding van het uitgestraalde licht tot het elektrische stroomverbruik en wordt uitgedrukt in lumen per watt. Ook bij deze grootte moet onderscheid worden gemaakt tussen bruto- en nettoberekening. Bij de bruto lichtopbrengst wordt de bruto lichtstroom van de module gebruikt, waarbij het elektrisch aansluitvermogen met of zonder bedrijfsapparaten berekend kan worden.
Bij ontwerpprogramma's als Relux wordt echter de netto lichtopbrengst berekend en deze wordt als de armatuur-lichtopbrengst aangeduid. Als basis hiervoor dienen de netto lichtstroom en de systeemprestaties van LED's en drivers. Een onderscheidend kenmerk van de nettobenadering is de indicatie van het armatuurrendement van de LED-armatuur met exact 100%. In de lichttechniek wordt binnen deze context gesproken van absolute fotometrie. In de markt wordt de voorkeur gegeven aan nettowaarden.
Vooral bij het vergelijken van de verschillende typen LED-armaturen is kennis over bruto en netto onmisbaar, omdat anders appels met peren worden vergeleken.

6.1.3 Lichtstroom en lichtkleur

In tegenstelling tot de kleurenmenging uit rood/groen/blauw, is het werkingsmechanisme van de meeste wit-stralende LED's gebaseerd op het feit dat allereerst een blauwe straling in de LED-chip wordt opgewekt. Dit blauwe licht wordt door een luminescerende laag gestuurd, die bijvoorbeeld uit gele fosfor bestaat. Het resultaat is wit licht, dat volgens het principe van de luminescentieconversie uit blauw en geel licht ontstaat.

Als een warmere lichtkleur nodig is, moeten additionele rode componenten aan de luminescerende laag worden toegevoegd. Deze componenten werken echter minder effectief. Dit is de reden waarom LED-verlichting met warm wit licht bij identieke constructie en gelijk vermogen een lagere lichtopbrengst heeft dan de variant met een hogere kleurtemperatuur.

Oorsprong van de lichtkleur met LED

6.1.4 Binning

Als gevolg van fabricagetoleranties in de productie treden bij LED's grote verschillen op in lichtopbrengst en kleurtemperatuur. Om toch een constante lichtkwaliteit met dezelfde helderheid en lichtkleur te bereiken, worden de LED's gesorteerd op basis van hun waarden. LED's met dezelfde of soortgelijke parameters behoren tot dezelfde 'container' (bin). Hoe nauwer de toleranties worden gesteld, hoe hoger de kwaliteit van de binning.

In combinatie met binning komen ook de volgende technische termen vaak voor:

Kleurconsistentie — dezelfde lichtkleur van lamp tot lamp
Kleurconstantheid — geen afwijkingen van de lichtkleur als gevolg van veroudering of het dimmen van de lampen

Fijne sortering naar kleurconsistentie (binning) vormt de kwaliteitsgarantie voor de LED-technologie.

6.1.5 Thermisch beheer

Het licht van de LED is vrij van infrarode straling. Daardoor is de LED ideaal voor het verlichten van kwetsbare objecten, zoals in musea of in winkels. Een groot deel van de warmteopwekking vindt plaats in de LED-chip, wat door de hoge vermogensdichtheid op een klein vlak wordt veroorzaakt. Deze warmte moet worden afgevoerd, aangezien bij hoge temperaturen de lichtstroom afneemt en de levensduur wordt verkort. De speciaal voor warmteafvoer ontworpen armaturen zijn daarom van groot belang voor het waarborgen van de optimale bedrijfstemperatuur voor de LED.

6.1.6 Levensduur

LEDs voor toepassingen op het gebied van technisch licht hebben meestal een levensduur van 50.000 uur en meer. Daarmee is de LED ontegenzeggelijk het meest duurzame lichtmiddel dat vandaag de dag verkrijgbaar is. In de praktijk betekent dit een aanzienlijke vermindering van de onderhoudskosten. De informatie over de levensduur wordt gecompleteerd met de waarden voor degradatie en uitval. Met degradatie, uitgedrukt in Lx, wordt het verlies van lichtstroom van de LED als gevolg van veroudering bedoeld. De uitval By beschrijft het uitvalpercentage van de LED. Bij een LED-armatuur die bijvoorbeeld met L80B10 is gekenmerkt, betekent dit dat de lichtstroom na 50.000 branduren is gedaald tot 80% van zijn oorspronkelijke waarde. Tien procent van de LEDs mogen daarbij ook lager dan 80% uitkomen, inclusief totale uitval. Een belangrijke invloedsfactor, zowel voor de lichtstroom alsook voor de levensduur, is de temperatuur. Te hoge warmte heeft een negatieve invloed op lichtstroom en levensduur. Een effectief thermisch beheer met een efficiënte warmteafvoer is voor LED-armaturen dan ook van groot belang.

De bepaling van de levensduurgarantie is gebaseerd op de internationale normen LM 80 en TM 21. Bij de meetmethode LM 80 (Measuring Lumen Maintenance of LED Light Sources) wordt de lichtstroomafname gemeten bij 3 verschillende omgevingstemperaturen gedurende een tijdsduur van minimaal 6.000 uur. Voor lampen die met een levensduur van 50.000 uur moeten worden geclassificeerd, moet de testduur worden verlengd tot meer dan 8.300 uur, dus bijna een heel jaar. De berekende LM 80-waarden worden vervolgens opgenomen in de berekeningsmethode TM 21 (Projection Long Term Maintenance). Dit is een wiskundig model waarbij via extrapolatie de verwachte verdere lichtstroomafname wordt berekend.

6.1.7 Flikkeren

De LED als elektronische lichtbron kan extreem snel reageren op veranderingen in de voedingsspanning. Als dit leidt tot een tijdelijke variatie van het uitgestraalde licht in intensiteit of lichtkleur, spreekt men van flikkering (Engels: flicker). Deze flikkering is, afhankelijk van de frequentie, zichtbaar of onzichtbaar voor het menselijk oog en kan nadelige gezondheidseffecten veroorzaken, zoals hoofdpijn of neurologische problemen (epilepsie). Ook bij technische apparaten zijn wisselwerkingen bekend, bijvoorbeeld bij het gebruik van videocamera's of barcodescanners. Bij LED-armaturen is het optreden van flikkeringsverschijnselen niet afhankelijk van het lichtmiddel, maar van de kwaliteit van het gebruikte besturingsapparaat. Beslissend is daarbij het feit of bij de gelijkspanning die de LED aanstuurt nog rimpelspanningen aanwezig zijn. In het geval van DALI-besturingsapparaten mogen de LEDs niet door een pulserend signaal worden geregeld. Neem contact met ons op, als u op deze wijze gevoelige gebieden wilt verlichten. Samen met u definiëren we de juiste componenten.

6.1.8 Fotobiologische veiligheid

De fotobiologische veiligheid conform DIN EN 62471 betreft ultraviolette, zichtbare en infrarode straling van lampen en armaturen. LEDs voor technische verlichtingsdoeleinden stralen meestal alleen in het zichtbare bereik uit. Het potentieel voor schade aan bijvoorbeeld het netvlies van het oog is afhankelijk van de golflengte en is het hoogst in het blauwe spectrale bereik (blauwlichtgevaar). Andere beïnvloedende factoren zijn luminantie, afstand tot de lichtbron en bestralingsduur.
Bij Regiolux worden de LED's zo gekozen dat de risicogroepen (RG) van meet af aan ≤ 1 zijn. De bovengenoemde norm classificeert een risico door stralingsbronnen in vier risicogroepen. LED-armaturen van Regiolux zijn gekeurd en komen overeen met de risicogroepen RG 0 of RG 1. Armaturen van deze groepen vormen bij normaal gedrag van de gebruiker geen gevaar.

6.1.9 Lichtmanagement met LED

Door het gebruik van lichtbeheercomponenten kan de energie-efficiëntie van verlichtingsinstallaties verder worden verhoogd. Met eenvoudige onderdelen als aanwezigheidssensors kan met relatief weinig inspanning het rendement van dergelijke installaties al flink worden verhoogd. Omdat bij de LED geen vermindering van de levensduur optreedt bij frequent schakelen, is deze lichtbron zeer geschikt voor dergelijke toepassingen. Bovendien ontsteekt de LED onmiddellijk op 100% lichtsterkte en hoeven geen nalooptijden te worden ingesteld.
Daglichtafhankelijke regelingen met of zonder aanwezigheidsfunctie kunnen met onderdelen uit het catalogushoofdstuk 'Light Control' of met geprepareerde master-armaturen zoals de Alvia M5S5 worden uitgevoerd. Vergeleken met bestaande installaties met conventionele lampen en magnetische voorschakelapparaten kunnen de potentiële besparingen oplopen tot 85% van de energiekosten.

6.1.10 Garantie

Regiolux gaat uit van een fabrieksgarantie dat LED-producten bij beoogd gebruik vrij zijn van fabricage- en/of fabricagetijden voor producten met een nominale levensduur van ≥ 50.000 branduren of drie jaar voor producten met een nominale levensduur van <50.000 branduren vanaf de factuurdatum voor een garantieperiode van vijf jaar materiële gebreken. Deze fabrieksgarantie is geldig in heel Europa.

Regiolux innovaties - mis niets!